
21 dec Van Rodin tot Bourgeois, Gemeentemuseum
15 oktober 2016 t/m 22 januari 2017
VAN RODIN TOT BOURGEOIS: SCULPTUUR IN DE 20STE EEUW
Auguste Rodin, Ernst Ludwig Kirchner, Umberto Boccioni, Constantin Brancusi, Jean Arp, Alexander Calder, Alberto Giacometti, Henry Moore, Donald Judd, David Smith, Louise Bourgeois en vele anderen. Dit zijn de hoofdrolspelers in een groots overzicht van moderne sculptuur. In Van Rodin tot Bourgeois: Sculptuur in de 20ste eeuw worden de belangrijkste ontwikkelingen getoond in de Europese en Amerikaanse beeldhouwkunst. Van Balzac van Rodin tot en met de draadsculpturen van Sandback en Bourgeois’ beroemde spinnen: de tentoonstelling is als een wandeling langs de sculpturale hoogtepunten van de westerse kunstgeschiedenis. Het is een cliché dat Nederland geen sculptuurland zou zijn. Het Gemeentemuseum Den Haag bewijst graag het tegendeel. In een grootse tentoonstelling die tot buiten de museummuren reikt, zet het museum dit najaar juist sculptuur en haar vele internationale meesters in de spotlights.
DE VERNIEUWER RODIN
Halverwege de negentiende eeuw lag de beeldhouwkunst op haar gat. Terwijl de schilderkunst volop in ontwikkeling was door experimenten met kleur en losse toets, leken de mogelijkheden voor vernieuwing in de beeldhouwkunst beperkt. In de salons speelden de nog brave academische sculpturen een bijrol. De beroemde kunstcriticus Charles Baudelaire benoemde zelfs de meest kenmerkende eigenschap van de beeldhouwkunst – haar ruimtelijkheid – als haar grote zwakte. Rodin was de eerste kunstenaar die juist die ruimtelijkheid van sculptuur niet zag als een zwakte, maar als haar kracht. Hij richtte zich niet puur op de voorzijde van zijn sculpturen, maar werkte rondom. Geïnspireerd door de vluchtige toets van impressionistische schilders liet hij zijn duimafdrukken staan en toonde hij onafgewerkte onderdelen en fragmenten van een lichaam in plaats van een volledig uitgewerkt figuur. Rodin had de beeldhouwkunst voorgoed veranderd.